U bent hier: Home / Tentoonstellingen / Vorige tentoonstellingen / Tentoonstellingen 2013 / CHAT NOIR. Kunst en vermaak in de Belle Époque

CHAT NOIR. Kunst en vermaak in de Belle Époque

27.06 > 15.09.2013

De tentoonstelling is een ontdekkingsreis naar de literaire, artistieke en muzikale wereld van “Le Chat Noir”, het beroemde cabaret van het Montmartre ten tijde van de Parijse belle époque, dat eigendom was van artistiek directeur Rodolphe Salis (1851-1897). Werken van Toulouse-Lautrec, Edouard Vuillard, Théophile-Alexandre Steinlen, de Nabis en de symbolisten dompelen u onder in de amusementswereld en de artistieke bohème van het Parijse fin de siècle.

Gratis toegang vernissage: 26.06 - 18:30 > 21:00

Théophile-Alexandre Steinlen, Tournée du Chat Noir Théâtre de Mons, 1896, coll Musée d'Ixelles © foto Mixed Media

Logo Musée Montmartre Tentoonstelling georganiseerd in samenwerking met "Le Musée de Montmartre", Parijs.

Tentoonstellingcatalogus

catalogus Chat Noir

 

 

 

Phillip Dennis Cate, Luce Abélès, Diana B. Schau, Michela Niccolai, Autour du Chat Noir. Arts et plaisirs à Montmartre. 1880-1910.

Skira-Flammarion, 24x28cm, 200 kleurenillustraties, 25,50€.

 

LE CHAT NOIR

Hoewel het einde van de 19de eeuw door de decadente sfeer waarmee men de periode associeert vaak wordt omschreven als fin de siècle, geldt het eerste decennium van de 20ste eeuw als de Belle Époque. Het begin van de nieuwe eeuw werd immers gekenmerkt door optimisme, wilskracht en enthousiasme […].

Emile Goudeau, een goed georganiseerd man met een rijke verbeelding, organiseerde kleine, geïmproviseerde dichters- en schrijversbijeenkomsten van Les Hydropathes [letterlijk: ziek van water]. Deze kregen overal navolging waardoor een heuse trend ontstond […].

Onder impuls van Goudeau vestigden de Hydropathes zich eind 1881 in Montmartre. ‘Le Chat noir’, het recent geopende cabaret van Rodolphe Salis, werd hun hoofdkwartier. Het Quartier Latin had afgedaan, Montmartre vormde voortaan het epicentrum van de modernistische activiteit […].

Henri de Toulouse-Lautrec, Aristide Bruant dans son cabaret, 1893, coll. Museum van Elsene © foto Mixed Media
De eerste ‘Chat Noir’ opende zijn deuren in november 1881, op het nummer 84 van de boulevard Rochechouart, in een voormalig postkantoor. Het werd aangekondigd als een Cabaret in Lodewijk XIII-stijl, opgericht door een fumist […].

Het cabaret was vrij klein. Het bestond uit twee smalle, opeenvolgende vertrekken waar amper dertig mensen in pasten. Aanvankelijk trok de achterste – slecht verlichte en ongezellig ogende - kamer maar weinig klanten aan. Salis loste het probleem op dankzij een van zijn typische, geniale ideeën: hij doopte het donkere achterkamertje ‘L’Institut’, verwijzend naar de beroemde Académie française op de rive gauche, en reserveerde het voor de schrijvers, kunstenaars en muzikanten die zijn etablissement trouw bezochten.

Théophile-Alexandre Steinlen, Étude pour la couverture du Mirliton du 26 mai 1893, 1893 © alle rechten voorbehouden

Onder leiding van Salis, en dankzij het talent van de schrijvers en kunstenaars die ‘Le Chat Noir’ bezochten, oogstte het cabaret weldra een ongelooflijk succes: het draaide goed en er kwam een massa volk over de vloer. In juni 1885 verhuisde Salis zijn ‘Chat Noir’ naar een mooi, elegant gemeubeld gebouw van drie etages in de rue Victor-Massé (de vroegere rue Laval), op loopafstand van de eerste ‘Chat Noir’ die werd overgenomen door chansonnier Aristide Bruant en de naam Le Mirliton kreeg. Bij de ingang van de tweede ‘Chat Noir’ hing een geel en zwart bordje dat de voorbijganger aanmaande modern te zijn!

Théophile-Alexandre Steinlen, Couverture du Mirliton du 9 juin 1893 avec la chanson Les Quat'pattes' d'Aristide Bruant, 1893 © alle rechten voorbehouden

Document acties